Algemeen nieuws

Bisschop Van den Hende beantwoordt vijf vragen op de vooravond van Sacramentsdag

Door: Bisdom Rotterdam zaterdag 13 juni 2020

Foto: Ramon Mangold

Voor veel gelovigen was en is het een groot offer om af te moeten zien van het ontvangen van de communie

Voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis kan op Sacramentsdag, zondag 14 juni, weer de eucharistie worden uitgereikt. Aan de vooravond van de viering van Sacramentsdag beantwoordt bisschop Van den Hende vijf vragen.

Bisschop, hoe bijzonder is het dat er weer gevierd kan worden met het uitreiken van de communie?

Dat is bijzonder. We staan aan de vooravond van de viering van Sacramentsdag. De woorden ‘op de vooravond’ doen denken aan het laatste avondmaal, toen Jezus met zijn leerlingen samen kwam in de bovenzaal in Jeruzalem om het paasmaal te vieren op de avond voor zijn lijden en dood. Je kunt die woorden ook lezen in het eerste eucharistisch gebed: Die op de avond voor zijn lijden en dood het brood in zijn handen heeft genomen… Tegelijk zijn de woorden ook van toepassing op nu, want op Sacramentsdag vieren we in onze kerken opnieuw de heilige Eucharistie, op het hoogfeest van het Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus.

Veel mensen in onze parochies en ook ikzelf hebben met verlangen uitgekeken naar het moment van het opnieuw samen kunnen vieren van de eucharistie, waarbij tevens de heilige Communie kan worden uitgereikt. Zo staan we aan de vooravond van de bijzondere ontmoeting met de Heer en met elkaar.

U spreekt van een verlangen?

Inderdaad. Een lange periode was het publiek vieren van de eucharistie niet mogelijk in onze parochies en instellingen vanwege het coronavirus. Reeds op Witte Donderdag 9 april was er al geruime tijd geen publieke viering meer geweest. Uitgerekend op Witte Donderdag, de dag van Jezus’ laatste avondmaal, de avond waarop wij als Kerk gedenken dat de Heer het sacrament van de eucharistie instelde, hadden we niet de mogelijkheid om de deuren te openen om samen te vieren, uit voorzorg tegen besmetting door corona. Dat was moeilijk.

In de afgelopen maanden is dat verlangen om de heilige Communie te kunnen ontvangen heel dikwijls naar voren gekomen, in gesprekken, maar ook op een indringende manier in brieven en mails die ik mocht ontvangen. Ook toen ik op 8 april via de telefoon met onze Koning mocht spreken, heb ik dit verlangen van veel katholieken om de heilige Communie te kunnen ontvangen naar voren gebracht. Voor veel gelovigen was en is het een groot offer om daarvan af te moeten zien. Van meet af aan hebben de Nederlandse bisschoppen echter benadrukt dat de plaats van de eredienst aan God niet een plek van besmetting mag zijn.

Ondanks het niet publiek kunnen vieren van de eucharistie waren op veel plaatsen in ons bisdom kerken op geregelde tijden geopend. Zelf heb ik ervaren dat tijdens speciale uren van eucharistische aanbidding, zoals bijvoorbeeld in de Eendrachtskapel in Rotterdam, mensen de tijd namen om naar de kerk te komen en in stilte persoonlijk te bidden bij het Allerheiligst Sacrament. Ook kwamen mensen vragen om het sacrament van boete en verzoening, de biecht, te kunnen ontvangen. Velen brachten producten mee voor de voedselbank. Kortom: als Kerk hebben we in de afgelopen periode van de lock-down wel degelijk ons hart open kunnen houden voor God en voor onze medemens.

Foto: Ramon Mangold

Gelovigen werden opgeroepen tot de ‘geestelijke communie’. Hoe heeft die ons geholpen?

Wanneer je niet daadwerkelijk in de eucharistieviering aanwezig kunt zijn en de heilige Communie niet sacramenteel kunt ontvangen, dan kun je in de geest verbonden zijn met de viering van de eucharistie, en als je dan met een oprechte gezindheid het verlangen hebt om Christus te ontvangen en met een kort gebed aan de Heer vraagt om in je hart te komen, dan mag je er op vertrouwen dat de Heer je in deze geestelijke verbondenheid zijn genade zal schenken.

Deze manier van communiceren wordt in de traditie van de Kerk aangeduid als de geestelijke communie. Met de woorden van de apostel Paulus zou ik willen zeggen dat ook het coronavirus ons niet kan scheiden van de liefde van God in de eucharistie. Ik hoop dat veel mensen dit ook in gelovig vertrouwen daadwerkelijk hebben mogen ervaren, tijdens de aanbidding van het Allerheiligste in een kerk of kapel of bij het meevieren van de eucharistie via livestream of televisie.

Ik ben heel dankbaar voor alles wat er in en vanuit onze Kerk is gedaan en gebeurd, in eigen kring en ook ten aanzien van de samenleving waarin we leven. Tenslotte zijn alle leden van de Kerk samen geroepen om een netwerk van liefde te vormen, in Christus’ Naam, tot opbouw van een beschaving van liefde. Juist die beweging uit liefde heeft volgens mij in de afgelopen weken niet stilgestaan. Anderhalve meter afstand houden betekent niet dat je elkaar vergeet of voorbij gaat aan elkaars noden.

We staan nu aan de vooravond van het opnieuw samen kunnen vieren van de eucharistie. Het heeft lang geduurd.

Ja, het was een zeer lange tijd van afzien en wachten. Dat heb ik zelf zo ervaren en dat hebben wij als bisschoppen ook geschreven in onze gezamenlijke pinksterbrief. We hebben uiteindelijk na uitgebreid onderling overleg en met adviezen van deskundigen een protocol ontwikkeld en aan de parochies en instellingen aangeboden: ‘kerkelijk leven op anderhalve meter’. Toen de Nederlandse overheid op 19 mei aangaf dat de aangekondigde versoepelingen definitief zouden doorgaan per 1 juni, konden de bisschoppen op 20 mei de protocollen in gezamenlijkheid vaststellen en verspreiden, nog net vóór Hemelvaart.

Nog steeds is op dit moment zorgvuldigheid geboden. Het coronavirus is niet uitgewerkt als zou er geen risico meer bestaan op nieuwe besmettingen. Het opnieuw starten van publieke vieringen gebeurt heel geleidelijk. Eerst met maximaal dertig kerkbezoekers in een kerkgebouw en per 1 juli honderd. Ik kan mij goed voorstellen dat parochianen met deze maximum aantallen nog niet het gevoel hebben blij en gerust te kunnen zijn. Ook de vereiste om tevoren als parochianen een plaats te reserveren, is eigenlijk niet wat we als Kerk uiteindelijk willen waar het gaat om het vieren van de liturgie. Echter, het is wel degelijk een begin om in onze kerken de sacramenten te kunnen gaan vieren, met op het hoogfeest Sacramentsdag opnieuw het uitreiken van de communie in de heilige Mis.

“Daarom voel ik op deze vooravond, ondanks alles, dankbaarheid en ook vreugde.”

Het uitreiken gaat erg omzichtig. Het zal voor priesters en voor veel gelovigen onwennig zijn?

Duidelijk is dat het gebruik van een hoestscherm en van een eucharistische pincet niet ideaal is. En het protocol ‘kerkelijke leven op anderhalve meter’ bevat nog meer punten van aandacht en afstemming. Op dit moment wordt ermee beoogd om zoveel mogelijk besmetting door aanraking te voorkomen. Want naast de eerbied die wij verschuldigd zijn aan Christus in de heilige Communie, hebben we als gelovigen, als leden van zijn lichaam de Kerk (cf 1 Korintiërs 12), ook een verantwoordelijkheid ten opzichte van elkaar waar het gaat om ieders gezondheid.

Het gebruik van een soort van pincet bij het uitreiken van de communie heeft in de geschiedenis van de liturgie trouwens oude papieren, vooral in tijden van ernstige ziekten zoals de pest. Onlangs gaf Mgr. Liesen, bisschop van Breda en bisschop-referent voor liturgie, hieromtrent een uitleg in een interview met katholiekleven.nl. Fundamenteel is dat we op een veilige manier in de gelegenheid worden gesteld om de communie te ontvangen, indachtig de belofte van Christus, de gekruisigde en verrezen Heer: Zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld (Matteus 28, 20). Juist in de viering van de eucharistie maakt de levende Heer deze belofte waar.

In de viering van de eucharistie wordt ons geloof gevoed en wordt steeds opnieuw de Kerk opgebouwd. Paus Johannes Paulus II begon zijn encycliek ‘Ecclesia de Eucharistia’ (2003) vol overtuiging met de woorden: De Kerk leeft van de eucharistie. Daarom is en blijft die de oorsprong en het hoogtepunt van heel ons christelijk leven, dat nu opnieuw ten volle beschikbaar komt voor alle gelovigen tot opbouw van de Kerk en van haar zending. Het is daarom dat ik op deze vooravond, ondanks alles, dankbaarheid en ook vreugde voel.

Deel dit item

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.

Aanmelding aan het verwerken
Er is iets fout gegaan bij het aanmelden
Bedankt voor je aanmelding
× Deze popup niet meer weergeven