Sint Maarten gaf de helft van zijn mantel aan een bedelaar. Vanwege zijn feestdag op 11 november besteden parochies in die periode extra aandacht aan diaconie door een diaconaal weekend te houden. Want hulp aan de naaste is nog altijd nodig, ook dicht bij huis.

“In ons rijke land bestaat nog veel armoede”, zegt Ton van Rhijn tegen een volle kerk tijdens het diaconale weekend van de parochie Sint Jan de Doper. Voorafgaand aan de eucharistieviering, waarin ook de nieuwe vormelingen worden voorgesteld en er een gezinsdag is, spreekt de voorzitter van de Parochiële Caritasinstelling (PCI) in Gouda parochianen toe over het werk van de PCI. De voorbeelden die hij geeft over hun stadsgenoten in nood maken veel indruk.

“Het meest recente voorbeeld is van afgelopen vrijdag. We werden door de hulpverlening gevraagd om een man met schuldenproblematiek en overspannenheid wat leefgeld te brengen. De ziektewetuitkering van de man was gestopt. Dat wordt volgende week weer hersteld, maar nu was er voor hem geen geld voor eten. Die man hebben we €50,- gegeven om de week door te komen."

"Een ander voorbeeld is een alleenstaande moeder die met haar kindje is gevlucht voor een gewelddadige echtgenoot. Via de Non-foodbank kreeg ze tweedehands spullen voor haar woonplek. Er was alleen geen bedje voor het kind. De PCI zorgde voor een bed met matras en wat beddengoed.”

Ook vertelt Ton over wat de vrijwilligers van de Parochiële Caritas Instelling beweegt om dit werk te doen. “Op de eerste plaats zien we dat onze bijdragen mensen in nood écht verder helpen. En we zijn als geloofsgemeenschap volgers van Jezus Christus. Hij heeft ons het dubbelgebod van de liefde gegeven: God liefhebben en je naasten liefhebben. In de vieringen eren en danken we God. En daarbuiten hebben we de opdracht om armen en behoeftigen te helpen.”

Na de viering is een collecte voor de PCI en spreken veel parochianen Ton van Rhijn aan. “Er kwam een mevrouw naar me toe die zelf in de bijstand zat en veel herkende van mijn verhaal. Ook kreeg ik het aanbod van iemand die maandelijks een bedrag wil overmaken. Twee personen gaven aan dat ze als vrijwilliger bij de PCI willen helpen en een meneer wilde wel meerdere kerstpakketten sponsoren.”

Van Rhijn denkt dat het belangrijk is om het verhaal van de PCI te blijven vertellen aan parochianen. “Als je na een viering bij de koffie de PCI noemt, dan kennen de meeste mensen het niet. Het is belangrijk om steeds te vertellen dat die afkorting staat voor Parochiële Caritas Instelling. Caritas is kortweg: zorgen voor mensen die hulp nodig hebben. De zorg voor armen is een wezenlijk onderdeel van ons christen-zijn.”

Ook op andere plekken in het bisdom Rotterdam werden diaconale weekenden gehouden:

• Het diaconale weekend van de parochie HH. Petrus en Paulus stond in het teken van ‘Voor wie zal ik er vandaag eens zijn?’ Alle kerkgangers ontvingen een kalender van De Bakkerij met voor elke dag een diaconale tip of suggestie.
  
• De parochie Sint Maarten vierde haar patroonsfeest in de Pancratiuskerk in Sassenheim met het voltallige pastorale team, waarbij kerkgangers houdbare levensmiddelen meenamen voor de Voedselbank.
  
• De parochie Pax Christi in Woerden organiseerde het diaconale weekend tezamen met de Raad van Kerken waarbij op zaterdag 10 november na de vespers een lampionnenoptocht was voor het feest van Sint Maarten en er een lezing werd gehouden over armoede op het spoor komen.
  
• In de parochiefederatie H.H. Clara en Franciscus rond het Braassemermeer en de Nieuwkoopse plassen hield de PCI een collecte voor het Babyhuis in Leiden.
  
• In de parochies H. Ursula en O.L. Vrouw van Sion kwamen vrijwilligers bij elkaar in de Adelbertkerk waar Wethouder Karin Schrederhof vertelde over hoe Delft de stijd tegen armoede wil voeren en wat de rol van kerken daarin kan zijn. Na de vieringen waren collectes en voedselinzamelingen voor de Voedselbank.
  
• ‘De Omzieners’ hielden op 8 en 9 november twee voorstellingen in de kerk De Brandaris in Rotterdam. Deze theatergroep bestaat uit mensen die in armoede leven en ervaren theatermakers. Hun voorstellingen laten zien wat mensen in armoede meemaken, wat zij denken en voelen en wat anderen over hen denken en zeggen.
  

Ton van Rhijn eindigde in Gouda zijn betoog met een verzoek van de man die hij vrijdag leefgeld bracht: “Toen ik vrijdagavond voor zijn deur stond met het envelopje wist hij een volle minuut niets uit te brengen. Hij vroeg geëmotioneerd: ‘Hoe kan dat, wie geeft mij dit geld voor eten?’ Ik heb geantwoord dat de gift gedaan werd vanuit de rooms-katholieke geloofsgemeenschap Antonius van Padua in Gouda. Hij vroeg mij de gemeenschap heel hartelijk te bedanken. Dat doe ik bij deze: Dank u wel!”