Netwerk van liefde

Diaconie in coronatijd: lessen en ervaringen in parochies

Door: Bisdom Rotterdam vrijdag 09 oktober 2020

In de periode dat er geen publieke vieringen van de liturgie konden zijn, waren veel kerken wel open. Mensen konden een kaarsje aansteken en helpen met de inzameling voor de voedselbank. (Foto: Bisdom Rotterdam)

Pastorale beroepskrachten met de portefeuille diaconie wisselden afgelopen maand uit

Welke lessen over diaconie in coronatijd nemen we mee uit het afgelopen halfjaar? Wat betekent dit voor de invulling van de diaconie in de komende maanden? Deze vragen stonden centraal tijdens het taakveldoverleg dienen van het bisdom Rotterdam dat eind september gehouden werd. De pastorale beroepskrachten met de portefeuille diaconie kwamen hiervoor niet fysiek bijeen, maar overlegden via Microsoft Teams. De avond voor het overleg had de overheid meer beperkende maatregelen afgekondigd om de verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.

“Bij de eerste golf in het voorjaar was de eerste reflex in parochies om alle diaconale activiteiten stil te leggen”, zegt diocesaan medewerker diaconie Jan Maasen tijdens zijn inleiding. “Toen duidelijk werd dat bepaalde doelgroepen, die tot dan toe hulp kregen, door de coronamaatregelen al helemaal in de problemen kwamen, zijn vervolgens allerlei creatieve noodoplossingen bedacht. Er kwamen veel spontane noodhulpacties in de samenleving. Ook van parochianen die niet lid zijn van een diaconiewerkgroep, maar die zich in coronatijd aanboden om diaconaal aan de slag te gaan voor kwetsbare medemensen. Een deel van de gewone diaconale activiteiten is inmiddels ook weer opgestart, rekening houdend met de RIVM-maatregelen. Sommige diaconale werkgroepen en PCI-besturen zijn sinds de uitbraak van het coronavirus niet meer bij elkaar geweest, omdat de vrijwilligers zelf tot de kwetsbare groepen behoren qua leeftijd of gezondheidssituatie.”

Het beeld dat Jan Maasen schetst, wordt herkend door de deelnemers. Hoewel pas nu vergaderingen van bezoekgroepen en PCI-en weer op gang komen, betekent het niet dat alles heeft stilgelegen. PCI-besturen hebben bijvoorbeeld in de tussentijd via e-mail of Zoom overlegd over aanvragen. Wel viel het een deelnemende diaken op dat in de afgelopen maanden minder aanvragen zijn binnengekomen bij de PCI-en dan gebruikelijk, terwijl zij er juist meer hadden verwacht. Maasen: “Twee mogelijke redenen kwamen in het gesprek op: de Nederlandse bevolking is steeds minder geneigd om zich tot de kerk te wenden in geval van nood en zeker in de grote steden is het diaconale vrijwilligerskader op leeftijd. In deze coronatijd behoren de vrijwilligers zelf tot de kwetsbare groepen en blijven daarom meer thuis. De traditionele kanalen om noden op het spoor te komen, werken dus minder, terwijl de behoefte aan nabijheid, voedsel en hulp er wel is. Maar om die behoefte te constateren, zijn directe contacten met mensen in nood nodig.”

“Voor sommige bezoekers was een loopje naar de supermarkt en een kaarsje opsteken in de kerk het enige wat zij deden buitenshuis.”

“Tijdens de eerste coronagolf hebben parochies diverse initiatieven genomen om het contact met de eigen parochianen te blijven onderhouden. De liturgie is digitaal gegaan, zodat parochianen zich toch verbonden konden voelen met de eigen kerkgemeenschap toen er geen publieke vieringen konden zijn. Kerkgebouwen werden opengesteld voor stil gebed en het opsteken van een kaarsje.”

Verschillende pastorale beroepskrachten vertelden tijdens de digitale bijeenkomst dat een nieuwe groep vrijwilligers zich heeft aangemeld als gastvrouw of gastheer voor de kerkopenstellingen. “Voor sommige bezoekers was een loopje naar de supermarkt en een kaarsje opsteken in de kerk het enige wat zij deden buitenshuis”, vertelt een pastoraal werkster. “Zelf ben ik veel meer gaan wandelen dan normaal om zo mensen tegen te komen. Ik ken nu elk bankje in de stad.”

Andere initiatieven die parochies hebben ondernomen om parochianen bij de kerkgemeenschap te betrekken in coronatijd was door de frequentie van het parochieblad te verhogen of extra nieuwsbrieven uit te brengen. Er zijn ook parochies die plantjes en pakketjes hebben rondgebracht aan alle parochianen of aan kwetsbare doelgroepen zoals ouderen en zieken. Daarbij zijn ook de zorginstellingen niet vergeten. Mensen hebben zelf spontaan telefooncirkels gevormd. Uit die contacten kregen de pastorale teams geregeld een vraag doorgespeeld. Tijdens het taakveldoverleg dienen gaven de pastorale beroepskrachten aan blij te zijn dat de activiteiten met kinderen en jongeren na de zomer weer konden worden opgestart.

“Door de eerste golf werden we overvallen en moesten we gaandeweg ontdekken wat wel kon. Nu kunnen we daarop voortbouwen.”

Uit het taakveldoverleg blijkt dat parochies zich bij de eerste coronagolf erg overvallen hebben gevoeld. Welke lessen kunnen we hieruit trekken voor het komende halfjaar? “Een eerste les is, dat er alternatieven zijn voor fysieke ontmoetingen en activiteiten”, zegt Maasen samenvattend. “Parochies en werkgroepen kunnen meer gebruik maken van digitale hulpmiddelen en sociale media. Een tweede ervaring is, dat er een grote behoefte is aan contact en nabijheid. Met inachtneming van de RIVM-maatregelen kan je inzetten op kleinschaliger ontmoetingen en alternatieven, bijvoorbeeld maaltijden rondbrengen in plaats van een maaltijdproject. Een derde ervaring is dat eenzaamheidsbestrijding een belangrijk doel blijft. Diaconale instellingen als de stichting Mara en het Oude Wijkenpastoraat Charlois laten zien dat present zijn in de samenleving van belang is voor diaconie. Hoe kan je als Kerk present zijn nu de samenleving zo verandert? Samenwerking met anderen kan daarbij helpen.”

“Aan het eind van de vergadering is afgesproken om het volgende overleg al op dinsdagmiddag 1 december te hebben”, zegt Jan Maasen. “Bij voorkeur een fysieke ontmoeting, maar als dat niet verantwoord is een Zoom-meeting. Juist in coronatijd is een onderlinge uitwisseling en gezamenlijk nadenken over het diaconale werk van de kerk van belang. Door de eerste golf werden we overvallen en moesten we gaandeweg ontdekken wat wel kon. Nu kunnen we daarop voortbouwen, waarbij we wel rekening moeten houden met de verschillende situaties en mogelijkheden van parochies in de grote steden, de verstedelijkte gebieden en het platteland.”

Deel dit item

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze tweewekelijkse nieuwsupdate en mis niets.

Aanmelding aan het verwerken
Er is iets fout gegaan bij het aanmelden
Bedankt voor je aanmelding
× Deze popup niet meer weergeven