“Zalig zij die de hoop niet hebben verloren”
Paus Leo roept grootouders en ouderen op om een teken van hoop te zijn
Pelgrims uit het bisdom Rotterdam tijdens de diocesane bedevaart in het Heilig Jaar, op 31 mei in Heiloo. (Foto: Ramon Mangold)
“Zalig zij die de hoop niet hebben verloren” (Jezus Sirach 14, 2). Dat is het thema van de Werelddag van grootouders en ouderen op zondag 27 juli. Paus Leo XIV schreef hiervoor een boodschap. Hij roept ouderen daarin op om een teken van hoop te zijn.
“In de bijbel toont God herhaaldelijk zijn voorzienige zorg door zich te richten tot mensen op leeftijd”, schrijft de paus. “God leert ons zo dat ouderdom in zijn ogen een tijd van zegen en genade is, en dat ouderen voor hem de eerste getuigen van hoop zijn.” De paus citeert daarbij Augustinus die aangeeft dat God over de ouderdom zegt: “Laat uw kracht bezwijken, zodat mijn kracht in u kan blijven, en u kunt zeggen met de apostel: ‘Wanneer ik zwak ben, dan ben ik sterk’” (2 Korintiërs 12, 9).
De paus roept op tot regelmatige bezoeken aan ouderen, het opzetten van netwerken van ondersteuning en gebed voor hen en met hen, en het smeden van relaties die hoop en waardigheid kunnen herstellen bij degenen die zich vergeten voelen.
“We bezitten een vrijheid die geen enkele moeilijkheid ons kan ontnemen: het is de vrijheid om lief te hebben en te bidden.”
Tot de ouderen zegt de paus: “Misschien, vooral als ons leven lang is, kunnen we in de verleiding komen om niet naar de toekomst te kijken, maar naar het verleden. Toch schreef paus Franciscus tijdens zijn laatste ziekenhuisopname: ‘Ons lichaam is zwak, maar toch kan niets ons ervan weerhouden om lief te hebben, te bidden, onszelf te geven, er voor elkaar te zijn, in geloof, als stralende tekenen van hoop’ (Angelus, 16 maart 2025).”
“We bezitten een vrijheid die geen enkele moeilijkheid ons kan ontnemen: het is de vrijheid om lief te hebben en te bidden. Iedereen kan altijd liefhebben en bidden”, aldus paus Leo.
“Onze genegenheid voor onze dierbaren - voor de vrouw of man met wie we zo veel van ons levenhebben doorgebracht, voor onze kinderen, voor onze kleinkinderen die onze dagen opvrolijken - vervaagt niet wanneer onze krachten afnemen. Integendeel, hun eigen genegenheid geeft ons vaak nieuwe energie en brengt ons hoop en troost.”