Op zondag 21 januari viert de Kerk de Zondag van het Woord van God
In het huidige kerkelijke jaar (het jaar B) wordt op de meeste zondagen gelezen uit het evangelie volgens Marcus. (Foto: Guus Schoonewille)
Op 21 januari viert de Kerk de Zondag van het Woord van God. In de aanloop daarnaartoe waren op 10 januari priesters, diakens en pastoraal werkers in het bisdom uitgenodigd voor een bijeenkomst over het Woord van God. Diaken Vincent de Haas van de Katholieke Bijbelstichting is diaken van het bisdom Breda. Hij hield deze middag de inleiding en ging met de deelnemers in gesprek.
De Zondag van het Woord van God werd in 2020 voor het eerst gehouden, nadat paus Franciscus hiervoor in zijn motu proprio ‘Aperuit illis’ (2019) jaarlijks de derde zondag in de tijd door het jaar aanwees. “Op deze zondag moet bijzondere aandacht besteed worden aan de viering, bestudering en verspreiding van het Woord van God in het leven van de Kerk”, zegt Vincent de Haas.
“Bij missionaire initiatieven wordt vaak gebeden om de Heilige Geest”, zegt hij. En hij geeft een voorbeeld van een gebed dat de traditie van de Kerk aanreikt, dat voor de aanvang van de liturgie van het Woord kan worden uitgesproken: “Zend uw Heilige Geest, de Helper, in onze geest en doe ons de door Hem geïnspireerde Schrift begrijpen. Vergun het ons deze op een waardige wijze te interpreteren ,opdat allen die naar onze uitleg en verkondiging luisteren, er profijt van hebben.” Het gebed is opgenomen in de post-synodale exhortatie ‘Verbum Domini’, van de bisschoppensynode van 2008 over het Woord van God. “Paus Benedictus XVI heeft daar prachtige dingen bij elkaar gezet, waaronder ook dit oude gebed”, aldus Vincent de Haas.
Diaken Vincent de Haas. (Foto: Bisdom Rotterdam)
“Verbum Domini geeft een vervolg aan het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965)”, zegt de inleider. “Er zijn drie grondbetekenissen rond het Woord van God. Het Woord van God is Christus Jezus. Het Woord van God is de Schrift en overlevering. En paus Benedictus XVI wijst erop: het Woord van God dat zijn wij ook zelf. Wij hebben het Woord van God gekregen en wij mogen het Woord van God worden. Door te getuigen van ons geloof zijn wij als het ware ook het Woord van God.”
“De tafel van het Woord van God en de tafel van het Offer zijn even belangrijk. Je mag ze niet van elkaar scheiden, want ze horen bij elkaar”, benadrukt Vincent de Haas. Hij citeert uit Dei Verbum (1965): “Het is noodzakelijk dat alle geestelijken, vooral de priesters van Christus en alle anderen die als diaken of catechist rechtmatig de dienst van het woord vervullen, door geregelde vrome lezing en zorgvuldige studie met de Schrift vergroeid raken.” En: “Zij dienen te bedenken dat de lezing van de heilige Schrift samen moet gaan met gebed, om een gesprek te doen ontstaan tussen God en de mens.”
“Documenten als deze helpen ons om de Schrift steeds weer opnieuw een plek te geven in ons leven”, zegt hij. Daarna vertelt hij over het werk van de Katholieke Bijbelstichting (KBS). De KBS is in 1961 opgericht. “We zijn al lang bezig in de Kerk om de heilige Schrift meer aandacht te geven in onze Kerk. Paus Leo XIII (paus van 1878 tot 1903) drong er al op aan. Door het Tweede Vaticaans Concilie werd het Nederlands belangrijk in de liturgie. Dus moest er een goede Nederlandse vertaling komen. Daar kwam de KBS met de Willibrordvertaling uit voort.”
“De tafel van het Woord en de tafel van het Offer horen bij elkaar.” (Foto: Bisdom Rotterdam)
“Naar aanleiding van honderd jaar ‘Maximum illud’ (brief van paus Benedictus XV over missie en geloofsverkondiging) riep paus Franciscus in 2019 op tot nieuw missionair élan. Hij verbond daaraan de oproep: lees eens een maand het boek Handelingen, ga daarmee aan de slag en probeer missionair te zijn. Een jaar later in 2020 herdachten we de 1600ste sterfdag van de heilige Hiëronymus, van wie de uitspraak is: Wie de Schrift niet kent, kent Christus niet.” De KBS startte daarop met de uitgave van ‘Dagelijks Woord’; een boekje met de lezingen van de dag, een vers daarbij, een kleine toelichting en een gebed.
“De uitgave is een opstap naar lectio divina: het lezen, overwegen en bidden met de Schrift”, aldus Vincent de Haas. “Paus Benedictus XVI zegt dat je ook wat toelichting moet geven. Dus dat is wat deze uitgave doet. Je leest de tekst en overweegt die. En als je dat hebt gedaan, kun je bidden met de tekst: Wat zeggen wij terug? Wat geven wij terug aan God? En denk daarbij ook aan de vraag: welke bekering vraagt de Heer nu van ons vandaag? Tenslotte schrijft paus Benedictus XVI verrassend: een lectio divina is niet compleet als er niet ook een actio aan vastzit. Het moet je er ook toe brengen om van jezelf een geschenk voor anderen te maken. Dus stel de vraag: wat ga je er mee doen?”
Tot slot spreekt de inleider over het jaar B, het huidige kerkelijke jaar waarin op de meeste zondagen wordt gelezen uit het evangelie volgens Marcus. Hij roept op om de bijbel vooral ook samen te lezen. Een van de priesters herinnert zich het initiatief om in coronatijd samen in een Teams bijeenkomst de psalmen te lezen. Om beurten bereidde iemand de tekst voor. Hieraan deden ook de bisschop en de rector van Vronesteyn mee. Vincent de Haas geeft als tip om het evangelie aan het begin van het jaar in zijn geheel te lezen en wijst op enkele karakteristieken in het Marcus evangelie. “Het Marcus evangelie daagt ons uit om over de blijde boodschap en het rijk van God te spreken en vissers van mensen te worden; nieuwe christenen, die het Woord oppakken en het vrucht laten dragen.”
Lectio divina is samen luisteren, lezen in en bidden met de Schrift.